Diva Milène : 'Ze trekt mijn rok omhoog en spiekt onder mijn tutu.'

Het is een feestelijke zondag in Druten. Astrid viert vandaag haar jubileum. Ze woont inmiddels 50 jaar bij zorginstelling ‘s Heerenloo. ‘Astrid en haar woongenootjes hebben een geestelijke beperking’, staat er in mijn draaiboek. ‘Het zijn volwassenen, maar ze hebben het gedrag en niveau van kleuters.’

Ik sta aangekleed met mijn muziek-kar geprepareerd in de hal te wachten. Ik merk dat ik het spannend vind, want ik heb nog nooit eerder voor deze doelgroep gezongen. Uiteraard worden wij intensief getraind en sparren we regelmatig met collega’s maar toch is dit, op de een of andere manier, voor mij meer onbekend terrein. ‘Gewoon de mensen zien, Milène. En zelf een mens zijn,’ moedig ik mezelf aan.

En dat probeer ik. Ik zing kinderliedjes, K3 en doe de kabouter Plop-dans. Ook de nostalgische Amsterdamse liedjes én het Ave Maria komen voorbij, op verzoek van de moeder van Astrid. Zij is ook bij het feestje aanwezig en lijdt aan dementie. Een gemêleerd publiek dus vandaag.

Ik voel de saamhorigheid vanmiddag. Astrid, haar woongenootjes en haar familie zingen en dansen mee. Met ‘Que sera sera’ én kabouter Plop. Een cliënt uit haar enthousiasme door meermaals mijn vingers in haar mond te stoppen en mijn hand te likken. Een ander trekt mijn rok voorzichtig omhoog om te zien wat er onder die tutu zit. Ik moet erom lachen. Wat zijn mensen toch leuk.